Goed onderwijs is bepalend voor de toekomst
Goed onderwijs is bepalend voor de toekomst, zeker voor een stad als Rotterdam. Juist het lelijke eendje Rotterdam, dat de laatste jaren aan het veranderen is in een prachtige zwaan, heeft goed onderwijs en goed opgeleide mensen nodig om nog sterker de toekomst in te gaan. Kunnen we daar wel gerust op zijn?
Het onderwijs in Nederland gaat gebukt onder tal van stevige problemen en ideologische taboes. Menig politicus stelt dat onderwijs van eminent belang is voor de samenleving, de economie en de ontwikkeling van het land. Nagenoeg iedere politicus zegt wel een idee te hebben hoe beter onderwijs eruit moet zien. Niet gehinderd door enige kennis, ontregelt de politiek regelmatig ons onderwijs met stevige niets ontziende ingrepen.
In het bijzonder de PvdA heeft op dit punt een indrukwekkende staat van dienst. De stapel aan mislukte projecten is reusachtig: vmbo, de samenvoeging van mavo en vakonderwijs, waardoor er geen vakmensen meer zijn in Nederland, de invoering van het studiehuis en competentiegericht onderwijs of wel “zoek het maar zelf uit onderwijs”.
Docent geeft geen les meer
Van jongeren werd opeens verwacht dat ze bijna autodidactisch hun eigen lesprogramma samenstelden en zich deze stof eigen maakten, de docent gaf geen les meer doch werd procesbegeleider! Het opblazen van het onderwijs in moderne talen, waardoor in Nederland niemand – geboren na 1990 – meer echt Duits of Frans spreekt. Samen naar school, waardoor kinderen met en zonder (zware) handicaps in één leslokaal van vaak parttime juffen les krijgen. Passend onderwijs is daar een volgende stap in. Vormingen van megascholen zoals ROC’s en hogescholen waarmee de student gereduceerd is tot een anoniem nummer en de docent ongecontroleerd en ongeprepareerd zijn weg gaat. Vergeet niet de verplichte toetsen, zoals bijvoorbeeld de rekentoets. Hierdoor trainen scholen hun leerlingen vooral op het behalen van die toetsen, de andere vakken worden vervolgens verwaarloosd. Uiteraard met als gevolg dat er van echt opleiden – bildung – helemaal niets meer over is gebleven. Opleiden is anno nu, gericht op de truc om een toets te halen.
De gevolgen van deze mislukte projecten zijn enorm: vele duizenden jongeren hebben vroegtijdig school verlaten of stromen uit op een te laag niveau. Echte vakmensen zijn bijna niet meer te vinden en op hogescholen dolen duizenden studenten waarvan na vijf jaar slechts 40% afstudeert. Het mbo sluit niet aan op het bedrijfsleven en niet op hbo-vervolgopleidingen. Hier komt onze verkorte MBO opleiding om de hoek kijken.
Opleiden anno nu is op staatsscholen gericht op de truc om een toets te halen.
Goochelen met statistieken
De problemen zijn dusdanig groot dat de overheid niets anders kan doen dan met statistieken goochelen. Sedert staatssecretaris Sander Dekker, kent Nederland excellent onderwijs. Een predicaat dat de suggestie wekt dat na jaren van kommer en kwel het onderwijs in Nederland toch weer positief beweegt. Op papier doet het dat ook. Het middelbaar onderwijs scoort statistisch goed, veelal 100% geslaagden, de leerplichtambtenaren onderscheppen spijbelende leerlingen en studenten. Zij onderstrepen dus dat er scherp wordt toegezien op het volgen van onderwijs. Middels de verplichte rekentoets zoekt Nederland weer aansluiting met de exacte wereld en de hogescholen hebben hun afstudeereisen dusdanig opgeschroefd dat de accrediterende instanties hun vingers erbij aflikken. Nederland lijkt zich op het eerste gezicht voor te bereiden op de nieuwe tijd…
De hoge slagingspercentages in het middelbare onderwijs zijn echter het gevolg van een keihard uitstroom- en afwijsbeleid. Leerlingen die om welke reden dan ook extra aandacht vragen kunnen er veelal op rekenen dat zij op een lager niveau examen moeten doen. Niet voor niets pompen ouders duizenden euro’s per kind in allerlei bijlestrajecten en hulp van ‘orthopedagogische’ bureaus. Op school is die hulp niet te krijgen. Op lagere scholen worden kinderen uitgesloten van Citotesten om de hoge scores van de betrokken scholen te borgen. Ondanks het feit dat het talent van deze kinderen een veel hoger niveau vraagt. Dit overkomt vooral jongens. Op deze manier doen veel jongens die bijvoorbeeld op het havo of vwo thuishoren, examen op het vmbo of lager. Uiteraard slagen zij. Enigszins gechargeerd gesteld doen bijvoorbeeld havoleerlingen examen op vmbo-niveau. Op deze manier worden duizenden jongeren kansen ontnomen en een leven ingejaagd dat ze niet verdienen.
Scores, gemiddelden en statistieken worden alom misbruikt om naar buiten toe een rooskleurig beeld te schetsen. Dit alles onder het toeziend oog van het parlement. Alsof de wijsheid van Brits staatsman Benjamin Disraeli vergeten is. Hij stelde zo’n 200 jaar geleden: “Er zijn drie soorten leugens: leugens, grotere leugens en statistieken”. Het lijkt erop dat inzichten van wijze mannen uit het verleden niet meer op scholen geleerd.
Taboe’s in het onderwijs
Het onderwijs worstelt met nog andere problemen. Reeds decennia is het een taboe om deze aan te snijden. Een daarvan is de vaste aanstelling van docenten. Terwijl leerplichtambtenaren spijbelende leerlingen naar school sturen, hebben docenten alle vrijheid om afwezig te zijn, geen les te geven of domweg zich ziek te melden. Lessen vallen massaal uit. De door de leerplichtambtenaar terug naar school gestuurde leerling loopt een grote kans dat hij op school een leslokaal aantreft zonder docent. Deze is vaak ziek, zwak, misselijk of overspannen. Docenten die slecht functioneren of om andere redenen niet in het onderwijs thuishoren, zijn er nauwelijks uit te krijgen. Docenten kunnen vaak doen en laten wat ze willen. Niemand ontslaat ze. Dit heeft een enorm negatief effect op de kwaliteit van het onderwijs op alle niveaus.
Daarnaast mogen we ons ernstig zorgen maken over de “verjuffing”, de toename van leraressen voor de klas. in Nederland bijna onbespreekbaar.
Teveel vrouwen voor de klas
Daarnaast mogen we ons ernstig zorgen maken over de “verjuffing”, de toename van leraressen voor de klas. in Nederland bijna onbespreekbaar. Inmiddels verzorgen zij op lagere scholen en middelbare scholen massaal het onderwijs. Dit betreft een heel serieus probleem. De man voor de klas is aan het verdwijnen. Dit heeft grote negatieve effecten op de ontwikkeling van jongens. Zij vallen dan ook massaal uit.
Op veel scholen worden vooral ‘vrouwelijke’ vaardigheden gestimuleerd zoals communiceren, reflecteren, samenwerken, verslag doen en praten. De man als rolmodel voor opgroeiende jongens is aan het verdwijnen. Het talent van jongens ligt niet op deze ‘vrouwelijke’ vaardigheden. Hun talent ligt meer op het gebied van discussiëren, debatteren en redevoeringen houden. Nederland gaat nog een zware taak krijgen aan die tienduizenden jongens die halverwege school uitvallen en onder hun niveau de maatschappij in moeten. Om nog maar te zwijgen over de duizenden die nu op school zitten. Een groot deel van die jongens is afkomstig uit masculiene culturen.
Discipline en succes
Tot slot, in het onderwijs bestaat een afkeer jegens discipline. Terwijl discipline juist de basis vormt voor succes, carrière en geluk. In feite is het dé sleutel tot autonomie en vrijheid. We leven in een maatschappij waarin mensen decennia lang zijn aangemoedigd te doen waar zij zelf zin in hebben en gestimuleerd om toe te geven aan allerlei impulsen. Er is een afname van discipline op scholen, sportclubs en in de samenleving. Dat vertaalt zich in lamlendigheid, ondermaatse prestaties op scholen, sportclubs en in afgestudeerden die niet in staat zijn zich aan te passen aan de regels die bedrijven stellen.
Al met al een somber beeld. De genoemde tendensen zetten ook de maatschappij onder druk, alsmede de politieke verhoudingen. Niet voor niets dat de partijen van de laaggeschoolden, PVV en SP, stevig in het zadel zitten. Alleen een radicaal andere aanpak, een die zich richt op de kinderen en jongeren zelf, niet een die ideologisch geladen is kan de geschetste problemen aanpakken. Doen we dat niet dan stevenen wij af op een ramp.